Posted on

first review for new ElectroBluesSociety single

Dutch Blues act ElectroBluesSociety release a hauntingly spectral musical accompaniment to the late Roscoe Chenier’s acapella rendition of gospel standby “Will the Circle Be Unbroken”. Interestingly, ElectroBluesSociety, a Dutch blues act, comprised of Jasper Mortier (drums, bass) and Jan Mittendorp (guitar, production), who worked with Roscoe Chenier on several releases and several European tours decided to pay tribute to their late friend by adding a spectral and moody arrangement Chenier’s vocal that’s appropriately bluesy yet subtly modern, while retaining the timeless vibe of the original vocal take.

Posted on

review for Electro Blues Compilation

Geheel toevallig stootte ik op deze verzamelaar van bluesmuziek die een electrobehandeling kreeg. Electro blues tracks, vol. 4 is blijkbaar al het vierde deel en het smaakt alvast naar meer. De bluesnummers worden aangeleverd door artiesten als Boo Boo Davis, Big George Jackson, Harrison Kennedy en anderen, allen voor mij onbekend. Ook de remixers van dienst (ElectroBluesSociety, miXendorp,…) zijn voor mij nieuwe namen. Maar van elk van hen denk ik: “hm, die moet ik nog eens verder beluisteren”. Ze geven de soms rauwe bluestracks (zoals I’m so tired) een heel moderne feel en vibe en tillen de nummers zo de eenentwintigste eeuw in. Dit compilatie-album is werkelijk een ontdekking én een aanrader.

Posted on

review single ElectroBluesSociety on BluesZine.nl

De ElectroBluesSociety is een stel heren die elektronica mengen met het geluid van echte instrumenten. Deze heren zijn Jasper Mortier (bas, drums) en Jan Mittendorp (gitaar, elektronica). Beiden hebben ruime ervaring in de blues en hebben het podium gedeeld met mensen als Preston Shannon, Philip Walker, Paul Oscher, Boo Boo Davis en Byther Smith om er maar een paar te noemen. In mei doken zij de studio in met harmonicavirtuoos Kim Snelten en het resultaat hiervan is nu als single “Duck” verkrijgbaar. Het is een instrumentaal nummer dat duidelijk bouwt op elektronica. Niets voor bluespuristen, zou je zeggen. Maar in dit geval wordt het goed ingezet en is het als een van de gebruikte instrumenten hoorbaar. Het is een lekker swingend nummer, waarbij vooral de harmonica van Snelten indruk maakt.

Posted on

review David Philips – Winter from the UK

Schermafbeelding 2017-01-30 om 11.01.37

David Philips – Winter (Black & Tan B&T 962)
UK born but long based in Spain, David Philips has been working over the last few years as a folk inflected artist for Holland’s Black & Tan Records, one man and a guitar, and so this release for the blues label – David’s sixth, not including a couple of remix tracks – might come as a surprise. It is still a solo effort, but the guitar is electric, blues harmonica crops up occasionally and there is a rhythm section behind David’s excellent vocals. All the songs are David’s of course, he plays all the instruments, and he even provided the cover art. The sound ranges from indie-rock to blues, with comparisons being drawn with Ryan Adams and Doyle Bramhall II; I also hear a little Tom Petty in there too, ‘Running’ opens with a riff a little like Jimi Hendrix’s cover of ‘All Along The Watchtower’ before turning in the direction of Neil Young maybe, and ‘That’s Alright’ recalls early 70s Pink Floyd with a long, space-y passage. Mind you, ‘The One’ is a strong slab of blues-rock. This release contains eight rootsy, hook-laden songs, and if this review has intrigued you, then do check out this release..
Norman Darwen

Posted on

review David Philip – Rootop Recordings 2

Schermafbeelding 2017-04-21 om 08.56.04David Philips is een Engelse muzikant, die in Barcelona woont. Hij debuteerde in 2010 met het in eigen beheer uitgebrachte Heal Yourself Alone. David maakt ook reclame-produkties voor bedrijven. Zo was hij onder meer succesvol met de song What Am I, die door Redbull wereldwijd werd verspreid. In 2011 werd de muziek van Philips voortaan uitgebracht door het Nederlandse label Black and Tan Records. Het debuut bij deze platenmaatschappij was de release van The Rooftop Recordings. Een album met liedjes die David in zijn appartement in Barcelona heeft opgenomen. Vorig jaar verscheen de opvolger The Rooftop Recordings 2, opgenomen op het dakterras van zijn appartement. Een sobere aanpak met twee microfoons: een voor de gitaar en een voor de stem. Het nieuwe album bevat liefst 18 nummers, waarvan er 6 instrumentals zijn. De akoestisch songs zijn gegoten in een aangename mix van folk, blues en jazz. David wisselt nogal eens van instrument zoals een 6 snarige gitaar een 3 snarige cigarboxgitaar, een ukelele en een dobro. David Philips is een geweldige gitarist. Luister maar eens naar prachtige ritmische fingerpicking-nummers als het openingsnummer Making It Up en vervolgens That Dirty Road. Zijn soulvolle stem valt op bij intieme liefdesliedjes als Washes Over Me en My Baby Needs Love. Wellicht het mooiste nummer is het vol passie gezongen Guitar On His Knee. Bij de instrumentale tracks valt Migration op met prachtig Spaans georiënteerd gitaarwerk. Het album wordt afgesloten met een down home bluesje Long Flight Home. Dit is een heerlijk luisterrijk album van een talentrijke muzikant.

Posted on

Boo Boo Davis live review / Passau (Germany) last week

Wow – so wenig braucht es, um Delta-Blues in maximaler Intensität zu spielen, denkt man zu Beginn des Konzerts, auf das Bluesfans schon lange hingefiebert haben. Als einer der letzten Überlebenden der Ursprünge des Mississippi-Blues wird der 73-jährige Boo Boo Davis angekündigt. Und auch die Niederlande bringen Deltafeeling hervor, wie Blues-Gitarrist Jan Mittendorp und Schlagzeuger John Gerritse beweisen. Mittendorp ist ein Meister des Grooves, beherrscht in stoischer Gelassenheit markige Bassläufe, zwischen die er melodische Akkorde setzt. Jede Nummer erhält ein um wenige Maschen abgeändertes Bassmuster, für Boo Boo Davis stets das genau Richtige. Davis verbindet Gesang und Harmonikaspiel reibungslos und geschickt Akzente setzend. Seine Stimme bietet er in zwei Lagen an, mal gepresst, mal unverhohlen klagend. Auch die lautere Variante behält durchwegs einen geerdeten Grundton. Ohne je am Mississippi-Delta gewesen zu sein, wo Davis aufgewachsen ist, glaubt man: So singt nur, wer von dort kommt. Nach jedem Stück dankt Davis erst dem Publikum, dann – gen Himmel schauend – “Dave”, seinem guten Geist . . .

Posted on

review BLu ACiD In Blues In The South (UK)

BLu Acid – HCN


This is a compilation of six tracks released as singles in 2015 and 2016 by this Dutch duo of vastly experienced guitarist Mischa Den Haring and Black & Tan Records owner/ producer Jan Mittendorp, who decided to carry on working together as BLu ACiD after success with St Louis bluesman Boo Boo Davis. This release is undeniably cutting edge contemporary blues, with a huge sound (listen to grooving ‘Stuck Anyway’ with a monster slide guitar riff), classic soul influences, as the Otis Redding inflected vocal on ‘Silence’ confirms, and the rave styled ‘Things Will Change’. That last title is rather apt for this set – this is the blues for a generation raised on electronic dance music, hip hop, and remix culture. As such, it might not attract much of the traditional blues audience, but my kids actually stopped and listened – and they don’t do that if I play Muddy, BB or Elmore!

Norman Darwen

Posted on

David Philips on Something Else Reviews

It might be mid-March but Winter is coming…the new musical concoction from David Philips, that is. The British ex-pat singer-songwriter performed his familiar ritual of holing himself up in his home studio and emerged with a fresh batch of recorded originals. Winter, recorded over much of this still-lingering cold season, is expected to drop in late March/early April through Black And Tan Records, but the folks over at Black and Tan have already provided a preview of what to expect. “Home” is the advance single from Philips’ newest creation, now available in digital form, and streamable above. What is immediately noticeable from followers of Philips is that he went ‘full band’ this time, not unlike 2015’s If I Had Wings but all instrumentation here and the rest of the album is handled by Philips alone and he remains firmly on the folk reservation this time. Actually, Winter could be thought of as a proper follow-up to his debut record. Still, it’s a bit of a jolt to hear his twelve-string acoustic guitar soon joined by harmonica, bass, drums, backing vocals and more guitars. What isn’t different is a voice with the warm soulfulness of Aaron Neville and a bright melody that sticks with you long after the last chord rings out. David Philips might change his tactics from time to time but the overall strategy of delivering quality, hand-made folk music never wavers.

Posted on

review for new David Philips on DaMusic (Belgium)

Een akoestische gitaar en een stem. Meer heeft een liedjesmaker niet nodig. Veel artiesten doen, om de intimiteit aan te scherpen, vaak enkele nummertjes akoestisch tussendoor. Maar een heel album, naakt en gestript tot de essentie, blijft eerder uitzondering. En net dat is wat David Philips met dit ‘Rooftop Recordings 2’ bewerkstelligt. De in Engeland geboren en getogen Philips verhuisde al op jonge leeftijd naar Barcelona. Als (sessie)muzikant speelde hij op festivals (Montreux, Marciac, Delhi Jazz) in de wijde wereld. Bredere bekendheid krijg hij onder meer door het cigarboxgitaargedreven What Am I. Hij bracht eerder al twee soloalbums uit op het Nederlandse Black And Tan label (respectievelijk ‘Heal  Yourself Alone'(2010) en ‘The Rooftop Recordings’ (2011)). Later volgde ‘December Wine (The 4 Track Tapes)’, een reeks demo’s en schetsen, en in 2015 was er ‘If I Had Wings’, waarop hij de gitaar en stem verrijkt met elektronica, psychedelica en jazz. Muzikaal situeert Philips zich eerder in de folky gitaarblues, al loont het de moeite om ook eens naar dat recente ‘If I Had Wings’ te luisteren, gezien daarop een heel ander geluid te horen is. Het nieuwe album bevat achttien nummers (twaalf gezongen nummers en zes instrumentals), opgenomen op het dakterras van zijn appartement in Barcelona. De instrumentale songs vormen een extraatje, gezien Philips ze vooral opnam om zijn microfoons te testen en zijn vingers op te warmen. Twee microfoons, één voor gitaar en één voor stem. Heel sober en heel uitgepuurd. Het levert een erg warme en levensbevestigende rootsplaat op, die herinneringen oproept aan artiesten als Jack Johnson. Positieve, opgewekte vibes. En dat allemaal volgens de hem kenmerkende DIY-methode: hij schreef en speelde alles in en produceerde het album ook nog eens. Op zijn albums staat de gitaar centraal: zo beschikt hij over erg uiteenlopende exemplaren die hij, al naargelang de feel, gebruikt. Een gewone, zessnarige gitaar, een driesnarige cigarboxgitaar, een ukelele, een lapstyle dobro. En dan is er nog die stem, die soms wat ruw, dan weer honingzoet klinkt. Uiteraard staat de liefde centraal (Washing Over Me, My Baby Needs Love), maar evengoed zijn er songs over onmacht (Tied Up Gagged And Bound) en schuld (Guilty Sunday). Daar waar hij volledig instrumentaal gaat, komen José Gonzalez of Ben Harper in beeld, zoals te horen is aan Migration, Long Flight Home of The Acrobat. ‘The Rooftop Recordings 2’ is vooral een heel schoon album. Akoestisch, maar tezelfdertijd open voor alles wat hem kan beïnvloeden. Beeldende muziek ook, die aanzet om ook de eigen ramen open te zetten. Philips is naast singer-songwriter kunstenaar. Hij tekent al eens wat ruwe schetsen om die met waterverf bij te werken. Voor de limited cd-editie, duizend genummerde exemplaren, maakte hij een aantal schilderijen van vogels die zijn dakterras in Barcelona bezoeken. De singer-songwriter onderneemt, ter promotie van het album, een tourneetje die hem ook bij ons brengt. Zo zal hij op 2 december in Cowboy Up (Waardamme) een setje spelen en op 4 december duikt hij het Antwerpse concertleven in met een set in de Crossroads.

Posted on

review Rivherside on La Grosse Radio

“Des rythmes électro, des influences hip-hop, mais surtout, des titres bien écrits qui savent montrer un respect de la tradition sans s’en encombrer”

Le blues est décidément increvable. Rivherside n’est pas le premier projet qui se réapproprie le vénérable ancêtre du rock, mais fait indéniablement partie du haut du panier. En effet, il ne suffit pas d’ajouter deux louches d’électro et quelques touches de hip-hop au petit bonheur la chance pour aboutir à un résultat probant. Buddy Guy avait parfaitement réussi à proposer du blues moderne sur son album Sweet Tea (2001), tandis que Scarecrow, projet très blues/hip-hop, peine à se montrer vraiment convaincant (au moins sur album, le groupe est bien meilleur sur scène). Lancé en 2012, Rivherside a pour première particularité d’être un one-man band, celui du Clermontois Renaud Villet, dont c’est le deuxième effort long format (sorti en juin dernier, l’été, que voulez-vous), mais le premier sur lequel il emploie sa boîte à rythmes (après deux EP qui lui ont permis d’expérimenter). Première impression à l’issue d’une écoute superficielle, l’homme aime le blues et le connaît sur le bout des doigts : les variations d’un titre comme “Paranoid”, simples en apparence, jouent habilement avec le rythme, de sorte que Renaud parvient à nous tenir en haleine avec un seul riff. Saluons également sa performance au micro : sa voix chaleureuse, avec un côté crooner de bon aloi, sonne authentique mais pas cliché. En parlant de cliché, on ne peut pas dire qu’ils soient nombreux sur cet album : si la présence de la boîte à rythme légèrement électro (on le ressent essentiellement quand le rythme accélère) permet d’apporter une petite touche de renouveau, c’est avant tout via les compositions elles-mêmes que Renaud prend ses libertés avec le blues de papa, pour lequel son amour transparaît néanmoins clairement. Des rythmes électro, des influences hip-hop, mais surtout, des titres bien écrits qui savent montrer un respect de la tradition sans s’en encombrer : l’instrumental “Albert Dre Junior” commence par se concentrer sur la guitare lead, avant de faire place à une ambiance typiquement hip-hop, sans que l’on ressente une quelconque cassure. Comme quoi, bien plus que l’ajout d’influences issues d’autres horizons, le succès (ou au moins, la réussite) dépend avant tout des capacités d’écriture de l’auteur. Les influences hip-hop restent d’ailleurs en retrait, même si le featuring de TDB sur “Muddy Water” est forcément plus explicite. Sur la totalité de l’album, cela reste discret, mais fonctionne tellement bien que l’on pourrait regretter de ne pas voir cette influence davantage présente. Mais c’est bien le blues qui règne en maître tout du long. Alors il y a tout de même quelques riffs qui se répètent un peu ici et là, (“Something”, “See how they shine”), le premier titre (“Need to speed”) sonne un peu plastoque avec une boîte à rythmes et une guitare qui bavent (encore que c’est probablement voulu), et si les influences apportent une certaine fraîcheur (bienvenue), elles pourraient se faire un poil plus présente à l’avenir qu’on ne s’en plaindrait pas. Cela étant, il s’agit moins de reproches que de remarquer que la marge de progression est bien présente : il s’agit, de plus, du premier album (précédé par 2 EP) sur lequel Renaud Villet met de l’eau dans son blues. Ayant développé une personnalité plus marquée, on pourrait peut-être considérer ce Electraw blues album comme le véritable acte de naissance du projet. Un projet qui redonne le goût du blues et montre que le genre a encore un bel avenir devant lui.